1 december 2009

Perfect The Band (door Nick Schuit)

Nick Schuit van de band The Cosmic Carnival maakte een Perfect The Band én een uitgebreide bijsluiter. Genieten dus. Meer over zijn eigen band lees je HIER en HIER kun je stemmen op The Cosmic Carnaval, ze zijn namelijk genomineerd voor de Grote Prijs van Nederland.

Mac HIER
PC HIER



“Op Thanksgiving 1976 werd in San Francisco het beste concert ooit gegeven.”

Het is bijna een feit in plaats van een mening. Sterren als Neil Young, Eric Clapton, Van Morrison, Joni Mitchell, Muddy Waters, Emmylou Harris en The Staples kwamen op 25 november van dat jaar naar Bill Graham’s rockpaleis Winterland, om er een of meerdere nummers mee te spelen met de act waar het die avond allemaal om draaide, The Band. Ook oude meesters Ronnie Hawkins en Bob Dylan (beiden begeleid door The Band in de jaren zestig) waren van de partij op het afscheidsfeestje van Levon Helm, Rick Danko, Richard Manuel, Garth Hudson en Robbie Robertson, dat de geschiedenisboeken zou in gaan als ‘The Last Waltz’.

Tot 1964 waren de heren, op Helm na allen Canadees, als The Hawks de begeleidingsband geweest van rockabilly zanger Ronnie Hawkins. Zonder groot succes, tot Bob Dylan het gezelschap los weekte en de heren meenam tijdens de beruchte serie concerten die zijn transitie van ‘folkie’ naar ‘rocker’ markeerden, tot grote woede van vele fans. Als gevolg van een ‘motorongeluk’ trok Dylan zich vervolgens met The Band terug in een groot huis dat zij huurden in Woodstock, waar ze samen het veelgeprezen ‘The Basement Tapes’ opnamen. Daarop onder andere de schitterend uitgevoerde traditional ‘Aint No More Cane’, waar je kennis maakt met het schitterende stemgeluid van Helm, Danko & Manuel.

De bandleden waren bedreven in tal van instrumenten en wisselden tijdens de opnamen regelmatig van plaats. Vooral de klassiek geschoolde Garth Hudson was een bijzonder veelzijdig muzikant, die een wonderlijk geluid uit zijn orgel produceerde, kenmerkend voor de sound van de band. In hun begindagen deed hij zich voor zijn ouders nog voor als hun leraar, en rekende de anderen daarom een tarief. De rest wilde zo graag dat Hudson hen kwam versterken, dat ze hiermee akkoord gingen, want, zo dacht men, zonder Hudson geen succes. Ook de aan gospel ontleende manier van zingen, waarbij de melodielijnen aan elkaar werden overgedragen, is typerend voor de muziek van The Band. Twee albums werden uitgebracht, ‘Music From Big Pink’ in 1968, met klassiekers als ‘The Weight’ en ‘I Shall Be Released’, en ‘The Band’ het jaar daarop, waarmee de groep de absolute sterrenstatus vergaarde.

1976. Je moet het maar kunnen opbrengen, stoppen op je hoogtepunt. De drang naar meer is natuurlijk sterk aanwezig, en waarom er een eind aan maken als je in de vorm van je leven bent? Al snel bleek dan ook dat dit een eenzijdige beslissing van Robbie Robertson geweest, de voornaamste componist en tekstschrijver van The Band. Rocksterren sneuvelden bij bosjes, Jimi Hendrix, Gram Parsons, Al Wilson, Janis Joplin, Jim Morrison, Ron Pigpen en Danny Whitten hadden allen in de jaren daarvoor als gevolg van alcohol en drugs het leven gelaten, en ook binnen The Band begon het succes en de keerzijde daarvan haar tol te eisen. Robertson wilde een dergelijk einde voorkomen en trok om die reden de stekker uit The Band, de rest ging met enige tegenzin akkoord. Bovendien zouden ze samen aan albums blijven werken, The Band zou blijven bestaan, slechts aan het heftige tourleven zou een einde komen. Voor wie wil weten hoe het er ongeveer aan toeging, unieke beelden uit ‘The Festival Express’, waar Rick Danko het prima naar zijn zin heeft met onder anderen Janis Joplin en Jerry Garcia.

Bij het samenstellen van deze Perfect The Band kan je nauwelijks om ‘The Last Waltz’ heen, vrijwel alle nummers werden vlekkeloos uitgevoerd met een allure waarmee het nog niet eerder was gebracht. Het was alsof men deze mix van country, folk en rock & roll voor het eerst in plaats van voor het laatst hoorde, mooi voorbeeld daarvan is het hartverscheurende ‘It Makes No Difference’. Op de plaat ‘Northern Lights - Southern Cross’ uit 1975 al een schitterende track, maar zo mooi als bij het afscheid zong Rick Danko het niet eerder, ook het gitaarspel van Robertson en de saxofoonsolo van Hudson zijn werkelijk verbluffend. Hetzelfde geldt voor ‘Up On Cripple Creek’, ‘The Shape I’m In’ en ‘The Night They Drove Ol’ Dixie Down’, allen prachtig ondersteund door een orkest onder leiding van de legendarisch Allan Toussaint. Andere hoogtepunten: Het restje cocaine onder de neus van Neil Young, (vakkundig weggepoetst bij de heruitgaven van de concertfilm) die vervolgens zijn mooiste ‘Helpless’ ooit ten gehore brengt. De doldwaze Dr. John met het vrolijke ‘Such A Night’ en de oude Muddy Waters met een grommende ‘Mannish Boy’. Diep in de nacht werd het concert passend afgesloten met de motown-hit ‘Baby, Don’t Do It’.

Een nieuw album kwam nooit van de grond, en de leden van The Band gingen al snel weer op tournee, zónder Robbie Robertson. Geruchten deden de ronde dat drummer Levon Helm en Robbie Robertson ten tijde van de Last Waltz al niet meer door een deur konden. Helm was als voornaamste zanger van de band verbolgen over het feit dat Robertson alle credits voor zichzelf opeiste en stelde dat het succes en het unieke geluid van The Band vooral aan het intensieve groepsproces te danken was. Toen Last-Waltz regisseur Martin Scorsese een microfoon voor de neus van Robertson plantte en hem een prominente rol gaf in de film, was de maat vol. De microfoon stond uit, maar Robertson deed alsof hij vrolijk meezong, tot afschuw van de overige bandleden. Zonder leadgitarist en songwriter was de glans natuurlijk van het gezelschap af, al ging de band nog herhaaldelijk op tournee, ook nadat pianist en zanger Richard Manuel zich op 4 maart 1986 van het leven had beroofd door zichzelf op te hangen.

Het definitieve einde van The Band volgde in 1999, nadat Rick Danko bezweek aan een hartaanval, na een leven vol drugsproblemen. Robbie Robertson is tegenwoordig een niet onverdiensteijk b-acteur en maakt het ene gladde plaatje na het andere. Garth Hudson leent zijn nog altijd schitterende spel aan tal van muzikale projecten. Bij Levon Helm werd eind jaren negentig keelkanker ontdekt, die zijn stembanden ernstig had beschadigd. Helm gaf niet op, leerde zichzelf opnieuw zingen en maakte een fantastische comeback met zijn album ‘Dirt Farmer’, waarvoor hij een Grammy won. De opvolger ‘Electric Dirt’ uit 2009 vormt een verdere ontwikkeling in de typerende ‘down to earth’ benadering van folkmuziek, zoals The Band dat ook zo goed kon. Uniek in alles wat ze deden, zonder te overdrijven. Back to basics, zonder een moment saai te worden. Genieten dus van een dwarsdoorsnede van hun werk: Perfect The Band! - Nick Schuit.

Bronnen:
- The Band, A Musical History (2005) Capitol Records
- This Wheel’s On Fire (1994) Levon Helm & Stephen Davis
- The Last Waltz (1978)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten